Beugelquiz

De slotjesbeugel wordt het meest gebruikt.

Als je orthodontist wilt worden volg je na de tandartsenstudie (6 jaar) nog 4 jaar een voltijds specialistische opleiding. Tijdens die studie maak je kennis met alles wat met de groei en ontwikkeling en de behandeling van tanden en kaken te maken heeft.

Als je met een schisis wordt geboren heb je een spleet in je lip, kaak en/of je gehemelte. Een chirurg sluit die spleet, maar je tanden komen daarna vaak niet op de goede plek terecht. Kinderen met een schisis worden in een speciaal schisis-team behandeld. In dat team zit altijd een orthodontist.

Bij een onderbeet staat je onderkaak te ver naar voren.

Het Oudgriekse woord orthos betekent recht en odous betekent tand. Rechte tanden dus. Orthodontie is een specialisme binnen de tandheelkunde.

Eén op de 3 Nederlanders krijgen ooit een beugel. Dat was vroeger veel minder.

Bij een erge overbeet of diepe beet kan je met je tanden in je gehemelte bijten. Een opbeetplaat beschermt het gehemelte achter je boventanden en laat de kiezen verder uitgroeien. Daardoor wordt de beet uiteindelijk minder diep.

Als een slotje afbreekt werkt je beugel niet meer goed. Je maakt dus meteen een afspraak met de orthodontist om het te repareren.

Crowding is het Engelse woord voor verdringing. Je tanden staan schots en scheef, vaak omdat er te weinig ruimte is. Er moet door de orthodontist ruimte gemaakt worden in je kaak om al je tanden een plaats te geven.

Aan het eind van de behandeling, net voor de slotjesbeugel eruit gaat.