Beugelquiz

Als je hypodontie hebt en je wisselt een melktand of kies, komt er soms geen blijvende tand voor in de plaats. Soms is dat erfelijk bepaald maar het gebeurt ook wel zomaar.

Goed poetsen is heel belangrijk als je een beugel hebt. Onder de draad poets je met een tandenragertje.
Je hebt met een beugel meer kans op tandvleesontstekingen, gaatjes of blijvende lelijke witte vlekken op je tanden. Gebruik een smalle zachte of medium borstel en druk niet te hard.

Retentiebeugels zorgen ervoor dat je tanden na afloop van de behandeling mooi recht blijven staan. Na een slotjes beugel krijg je meestal een draadspalk achter je voortanden en een uitneembare beugel over je hele boven- en onderkaak. Die laatste draag je alleen ’s nachts.

Goed poetsen duurt minstens 4 minuten. Met een beugel heb je meer kans op gaatjes, ontstoken tandvlees en blijvende witte plekken op je tanden als je niet goed genoeg poetst.

Natuurlijk mag je zoenen met een beugel. Maar wel voorzichtig 😉

Bij duimen worden je boven voortanden naar voren geduwd en je tong omlaag. Soms ga je hierdoor ook een beetje slissen

Bij een erge overbeet of diepe beet kan je met je tanden in je gehemelte bijten. Een opbeetplaat beschermt het gehemelte achter je boventanden en laat de kiezen verder uitgroeien. Daardoor wordt de beet uiteindelijk minder diep.

Een Buitenbeugel zit op twee plaatsen vast. Aan een elastische band om je nek of je achterhoofd en in buisjes die vastzitten aan de eerste blijvende kiezen van je bovenkaak. Door de trekkracht van de band bewegen je kiezen langzaam naar achteren.
Buitenbeugels worden steeds minder gebruikt, maar soms zijn ze toch nog nodig.

Als een slotje afbreekt werkt je beugel niet meer goed. Je maakt dus meteen een afspraak met de orthodontist om het te repareren.

De slotjesbeugel wordt het meest gebruikt.